Ik ontbijt met de boterhammen die ik nog heb en neem er een kop Nescafé bij. Het is 9.15 uur als ik vertrek. Ik leg de sleutel in een kastje en loop de straat in. In het hele gebouw van Galeria Massekis niemand te bekennen.

Bij de kerk waar de ochtenddienst gaande is, sla ik de weg in die naar de Oder gaat. In de weinige huizen die ik voorbij loop, slaat alleen de hond aan. Bij de Oder aangekomen ga ik op de dijk even in het gras zitten. Op de oever van de rivier zit een visser. Een groot deel van de route blijf ik de dijk volgen, eerst over de kruin, dan weer links langs de voet, dan weer rechts langs de voet.

Het gras staat hoog waardoor het zwaar lopen is. Ondertussen is de rivier helemaal niet te zien. Aangekomen bij een bos gaat een zandweg verder. Dat loopt een stuk beter. Ik bereik bij een brug over de rivier de weg naar het dorp Skorogoszcz. Ik twijfel omdat het dorp nogal uit de koers ligt. Uiteindelijk besluit ik er toch heen te lopen.

Bij een echt zichtbaar oostblok flat ga ik het bospad op en loop vervolgens een halfuur over een bospad. Dan gaat het in open land naar een rivierdijk die ik volg tot ik aankom bij de kerk van Johannes de Pelgrim. Van een pelgrimsherberg is nog niets te zien. Ik besluit het adres op te zoeken.

In de papieren die de aardige vrouw in St. Annaberg heeft afgedrukt vind ik een telefoonnummer. Ik bel en krijg een man aan de telefoon die zegt dat ik kan komen. Ik zoek vervolgens een tijd naar het adres. Een man die ik tegenkom helpt me vervolgens het adres te vinden.

In het vrij nieuwe gebouw krijg ik een kamer. In elke kamer zijn 2 veldbedden. Ik loop naar de Zabka en koop er fruit en brood voor morgen. Op een bank in de tuin ga ik zitten schrijven. Daarna koop ik bij de Zabka een maaltijdsalade. Rond 9.00 uur ga ik in bed liggen en bekijk de route van morgen.