Dainichiji – Tokushima

De gastvrouw heeft ervaring met Europese gasten want ze vraagt me of ze het rauwe ei voor me moet koken. Lijkt me een goed plan. Na het ontbijt verzorg ik nog even mijn schoenen en ga op weg. Al snel kom ik 2 Koreaanse mannen tegen die Engels spreken. Ze lopen zonder bagage en hebben geen gids. Ik praat met ze over het verschil in religie hier en in Korea. Ik denk aan Ben, de missionaris, die de tocht liep in het kader van overeenkomst van religie. Ik loop zo naar achtereenvolgens tempel 14, 15 en 16 naar 17 : Idoji. Bij elke tempel haal ik een stempel, was handen en mond, gooi een naambrief in de bus en een munt in de daarvoor bestemde vergaarbak. Ik zit even op een bank te rusten en te mijmeren. Dan pak ik mijn spullen en ga verder. Tokushima is een grote stad, Tevens hoofdstad van het eiland. Ik ben aan de noordkant van de stad begonnen en kom nu aan de zuidkant uit. De route schampt de stad en gaat vervolgens de bergen in. Ik wijk af en loop de stad in. Enerzijds om de bergen te ontlopen maar ik moet ook geld wisselen. Op de brug over de Akui rivier word ik aangesproken door een Japanse vrouw. Ik begrijp dat ze vraagt waar ik vandaan kom. Als ik het zeg wordt ze blij en haalt spontaan een zelfgemaakt poppetje uit haar tas en geeft het aan me, bij wijze van “ossetai”, een offer om haar te gedenken in de tempels die ik nog ga bezoeken. Vertederd neem ik het onder dankzegging en buigend aan. Ik ga verder de stad in en na wat vergeefse pogingen lukt het om geld te wisselen. Het centrum van de stad is modern en levendig. Ik loop zuidelijk naar de stadsrand waar ik overnacht in een business hotel, weer eens slapen in een bed. Minshuku’s en ryokan’s waar ik de afgelopen nachten verbleef volgen de Japanse traditie. Een laag tafeltje in de kamer waar de thee op staat. Geen stoelen en geen bed. Alles gebeurd op de grond. Nadat ik een bad heb genomen, ga ik tegenover het hotel wat te drinken halen. Vanavond eet ik in het restaurant van het hotel.

Klik hier voor de foto’s