Dover – Guines

Met een “real English breakfast” neem ik afscheid van de Britten. Ik loop in een half uur naar ferryterminal. Ik kan om 11.10 uur mee naar Calais. Dat betekent anderhalf uur wachten. Zittend in de zon kijk ik met verbazing naar het chaotische gekrioel van auto’s, bussen, vrachtwagens en mensen. Na 3 pascontroles en uitgebreide securityscan brengt een bus me naar de boot. Over een gladde zee zijn we in een uur aan de overkant. Om 12.30 uur komen we aan. Er moet nog wel een uur bij om weer Europese tijd te hebben. Door een zeer utilitaire omgeving loop ik zuidwaarts. Als ik even twijfel op een kruispunt helpt een wegwerker me met de navigateur van zijn auto. Voor ik de stad uitloop haal bij een super wat fruit en drinken. Als ik via een kanaal zuidwaarts loop, verandert de omgeving van de rommelige en enigszins haveloze stad geleidelijk naar de lieflijkheid van de natuur. In het kanaal is men aan het spelevaren. Door onoplettendheid loop ik een stukje om. Via een fietspad van de Marais (naam van de streek) loop ik om 18.00 Guines binnen. Dit stadje wordt in 900 n. C. genoemd door Sigeric, de aanstichter van deze route. Ik kijk even rond en ga dan naar de camping. Dit blijkt een mooie chateaucamping waar pelgrims op vertoon van hun credencial gratis mogen kamperen. Ik zet de tent op en ga bij de campingbar een pizza eten.