Étalans – Aubonne

Marie-Pierre is al naar haar werk als ik op sta. Fred maakt het ontbijt klaar en zet koffie. Hij gaat later naar zijn werk. Hij laat me uit als ik om 8.00 uur ga lopen. Eerst nog even wat fruit en brood gehaald en dan loop ik het dorp uit. Eerst een stukje langs de weg en dan het boerenland in. Ik passeer een dorp, ga de weg over en loop een landweg in. Op een gegeven moment houdt de weg op. Ik ga een grasland over. Ik loop op de gps erdoor en kom op een pad naar het dorp Vernierfontain. Tegenover de kerk is een parkje met een bank. Ik ga er even pauzeren. Ik eet een banaan en wat vijgen die ik van Marie-Pierre heb meegekregen. Het landschap wordt anders als ik het dorp uit loop. Het is glooiender en meer aangekleed met struiken en bomen. Mooier en lieflijker. Bij het dorp Athose daal ik een dal in en daarna begint een lange klim naar 875 meter. De eerste berg van de Jura. Ik loop omhoog door een dennenbos. Boven gekomen pauzeer ik zittend op een boomstam. Ik eet en drink wat. Op de top staat een boerderij. Als ik er voorbij ben, ga een bos in met kapotgereden paden. Ik laveer om de blubber heen. Als ik het bos uit kom heb ik een prachtig hellend landschap voor me. De daling is nu echt begonnen. Nog wat haarspeldbochten en dan ben ik in Aubonne. Ik zoek de Mairie op. Op een zolder vind ik een man en een vrouw die samen het gemeentesecretariaat vormen. Als ik vraag naar een slaapplaats verwijzen ze me naar het Chateau. Ik ga er heen en krijg een kamer in het Chateau. Veronique is de dochter van het gezin dat het kasteel bewoond en beheert. Zij brengt me een glas jus d’ orange en wijst mij de kamer. Voor één nacht waan ik me Markies in dit uit 1760 stammende gebouw. Ik ga nadat ik heb gedoucht nog even rondkijken. Om 19.00 uur is er in de Salle à Manger gedekt voor twee. Ik diner met Veronique. Zij vertelt dat het chateau een familiebedrijf is. Om 21.00 uur ga ik naar mijn kamer en naar bed.