Mirakë (laag)-Mirakë (hoog)

Het ontbijt was al voor ons ingepakt toen we beneden kwamen. We nemen een boterham met boter en jam uit het pakket en gaan om 9.00 uur op weg. Langs de verkeersweg lopen we 1 km naar de brug en gaan die over. Bij de zijweg die de berg op gaat worden we geroepen. Een man bij het huis wil ons druiven meegeven. Met 4 trossen in de handen lopen we de berg op.

Op het pad is het plaveisel van de Romeinen nog aanwezig. Het gaat gestaag omhoog. We passeren een familie- begraafplaats. Na anderhalf uur pauzeren we in de schaduw. Daarna lopen we verder omhoog over het Romeinse keienwegdek. Vlak voor een pas treffen we een geitenhouder. Hij biedt ons een sigaret aan en praat met ons. We verstaan er niets van, maar zijn handgebaren geven een smalle weg aan. We gaan de pas over en lopen verder, soms over smalle richels. In de reisgids wordt gewaarschuwd voor een stuk pad van 150 meter, dat lastig is voor mensen met hoogtevrees. Het blijkt echter erger: het pad langs de kloof is een en al steenslag. We gaan even bij de restanten van een brug over de kloof zitten om na te denken. We zouden over een helling vol losse stenen moeten klimmen om verder te kunnen komen. We zien de diepte van de kloof (ca. 600 meter) en besluiten dat het risico te groot is. We eten wat en gaan op de terugweg.

Op de kaart zie ik een mogelijkheid om via een pad vanaf 570 m. af te dalen naar de rivier. Dat doen we. Op ca. 250 m. passeren we een kindergraf. Mariette plaatst wat afgevallen kunstbloemen terug. Voor we bij de rivier komen passeren we twee mannen met een ezel. Ik geef aan dat ik een foto wil maken en meteen gaan de man en ezel in de poseerstand staan. Bij de rivier aangekomen gaan we met een mooie Ottomaanse brug de rivier over. We lopen omhoog naar de hoofdweg en vinden een terras bij een huis/café/winkel. Het is er druk en we worden meteen aangesproken door een goed Engels sprekende man, die ons nodigt aan zijn tafel plaats te nemen. We bestellen bier en praten met hem over van alles en nog wat. Hij is helikopterpiloot in het leger. Wanneer ik bij de bar wil betalen, blijkt hij al voor ons afgerekend te hebben.

We lopen 2 km langs de autoweg terug naar ons hotel en rommelen wat op de kamer. Rond 17.00 uur gaan we op het terras zitten, ik neem een biertje, Mariette cappuccino met (uitstekende) tiramisu. We blijven op het terras om te eten: pasta Ballkan met pikante worst, Mariette levrek (= baars) uit de rivier langs het hotel. Wanneer we opstaan om naar boven te gaan, worden we aangesproken door het jonge stel aan het tafeltje naast ons. Het blijken Nederlanders die ook de Via Egnatia lopen. Ze hebben ons Nederlands horen praten en hebben geconcludeerd dat wij degenen zijn over wie ze onderweg in een barretje en in hotel Maci hadden gehoord. We wisselen wat ervaringen uit. Manon blijkt freelance journaliste die de VE loopt om er een artikel voor de Nederlandse Bergsportvereniging over te schrijven. Ik geef haar mijn website door; zij zal laten weten wanneer haar artikel verschijnt.

Gelopen 15.83 km