Péronne – Saint Quentin

Het eerste stuk loopt als een trein. Ik volg kilometers een oud spoorwegtracé. Na een goed ontbijt ben ik rivier de Somme overgestoken. Daar liep vroeger de trein langs de oever van de rivier. Ik volg het tracé tot Cartigny. Daar gaat het verder in zuidelijke richting. Bij het verlaten van het dorp besluit ik naar Saint Quentin te gaan. Deze stad ligt beter qua afstand maar lijkt me ook interessanter. Op de telefoon bepaal ik de route iets meer oostwaarts. Onder een egaal grijze lucht loop ik naar een dorp Hancourt. Daar pauzeer ik even. Daarna over landwegen en zandwegen naar Vermand. Ik zie op de kaart een Romeinse weg van Vermand naar Saint Quentin lopen. Op weg naar Rome over een Romeinse weg, dat ga ik doen. Aan het pad is niet veel Romeins te zien. Alleen aan het feit dat het een kaarsrechte lijn is van ca.10 km is het te zien. Over heuvels, door een bos en door een dorp loop ik zo als Romeinen al deden naar Saint Quentin. Van veraf is de gigantische kathedraal te zien. Ik loop de stad in en sta stil bij een Duitse oorlogbegraafplaats. Honderden kruizen met namen. Oorlogen kennen alleen verliezers. Ik loop via de onvermijdelijke bedrijfsschil de stad in. Ik vind met een paar keer vragen het “office de tourisme”. De man achter de balie meldt dat er geen pelgrimsopvang is, dat de camping nog niet open zijn en dat de jeugdherberg pas in juni open gaat. Hij belt voor me wat hotels af en vindt bij een hotel “le Florence” in het centrum een goedkope kamer. Ik check in en ga dan in de stad kijken en de kathedraal bezoeken. Ik vraag in de kathedraal een stempel en ga daarna terug naar mijn kamer. Ik schrijf mijn verslag en ga daarna in de stad wat eten.