Sarzana – Pietrasanta

Door de hoofdstraat loop ik naar de stadspoort en verlaat de stad. Gisteren heb ik afscheid genomen van Marcel en Margriet. De route gaat eerst een flink stuk langs de weg die behoorlijk druk is. Na ruim een uur verlaat ik de hoofdweg. Na onder een spoor door te zijn gelopen, kom ik in agrarisch gebied. Bij een archeologische opgraving van een Romeinse stad kan ik niet doorlopen. Bij navraag wordt me nadrukkelijk gezegd dat ik er omheen moet lopen. Als ik dat heb gedaan passeer ik de resten van een Romeins amfitheater. Ik maak er een foto van en loop verder. Ik beslis bij de volgende kruising richting zee te gaan lopen. Tussen de maisvelden en onder een snelweg door kom ik voor Carrara aan de kust. Door de strandtenten zie ik de zee nauwelijks. In een stadspark ga ik op een bank zitten en eet en drink wat. Daarna volgt de haven vanwaar het marmer wordt verscheept. Eenmaal de stad uit volgt een kleine jachthaven en vervolgens loop ik langs de waterlijn over het strand. Ik vraag een strandwacht een foto te maken. Dan kom ik in Marina di Massa. Bij een strandtent koop ik wat voor de lunch en ga op het terras zitten. Voor ik verder ga, koop ik een flesje water. Ook hier wordt het zicht op zee geblokkeerd door de strandtenten. Het is wel warm maar een koel zeebriesje maakt het prima weer om te lopen. Een lange rechte weg voert me naar Forte dei Marmi. Ik wissel de kustweg in voor een weg door de stad. Nadat ik een gelato heb gekocht, ga ik op een bankje er van genieten. Het centrum van Forte dei Marmi ziet er chique uit. Dan kom ik bij de weg die van de kust af loopt. Ik passeer de Via Aurelia en de snelweg. In een dorp koop ik weer water bij de bar. Het is nu niet ver meer. Om 17.00 uur ben ik in Pietrasanta. Bij het touristen bureau vraag ik naar de ostello. De jongeman legt uit waar het is. Ik ga er heen en even later ga ik het huisje binnen waar 6 bedden staan. Ik kom Annemarie er tegen. Na de begroeting geef ik haar de oorbellen terug die ik al een week bij me heb. In Santa Catharina was ze de oorbellen vergeten. Ook Stefano die ik al eerder heb getroffen is er. Nadat ik heb gedoucht ga ik even kijken in de stad. Het is een mooie stad met veel galerieën. Dan gaan we gedrieën eten. We bestellen een vismaaltijd. Onder het eten vraagt Stefano wat mijn beroep is en vertelt dat hij hersenchirurg is. Om 21.00 uur zijn we terug op de kamer. Ik ga nog even kijken in de kerk waar een gitaarensemble een concert geeft. Weer op de kamer schrijf ik mijn verslag en dan ga ik slapen.