Araia-Alda

Na een ontbijt in de bar tussen de chauffeurs, kopen we in de benzinepompwinkel een stokbrood en vertrekken. Om 9.30 uur lopen we langs de weg naar St.Roman. In het kleine dorp is voor de vierkante lompe kerk een kermis in opbouw.

We volgen de route naar het begin van een lange klim. Er zijn meer wandelaars op pad. Na twee uur lopen pauzeren we langs het pad en eten wat stokbrood met kaas. Verderop is het pad zo blubberig dat we een smal paadje er langs nemen. We praten even met een groepje bestaande uit twee gezinnen met kinderen. Iets verder bereiken we de afgrond waar de route boven langs gaat. We genieten van de mooie uitzichten. Na anderhalf uur zijn we bij een weiland met koeien. Rechts van ons lopen paarden los rond, wat we wel vaker zien. We gaan aan de rand van de diepte zitten om te lunchen.

Vervolgens lopen we door mooi open landschap. Bij een weg is een picknickplaats waar meerdere campers staan. We steken over en wandelen verder door het natuurpark. Voor ons zien we een ree wegspringen. We nemen een bospad. Ineens struikelt Mariette over een verraderlijke worteltak en valt plat voorover. Ze blijft liggen, ik ontdoe haar van de rugzak en help haar te gaan zitten. Ze heeft een bloedneus en een blauw opgezwollen oog. Ze is op haar linkerpols gevallen, waardoor deze later blijkt gekneusd te zijn. Als ze wat is bekomen van de schrik en het bloeden met mijn zakdoek is gestopt, komt ze overeind. We stellen vast dat er niets is gebroken. Wanneer we alles weer wat op orde hebben gebracht, gaan we in het gras in de zon zitten en drinken wat.

Daarna vervolgen we onze weg langs uitbundig bloeiende meidoornstruiken via een breed pad een berg omhoog. Na de top gaan we over een bospad tot we tussen de akkers van het Aranadal met haver en tarwe het dorp Ullibarri bereiken. Daar vragen we een jongeman die een doos met bekers draagt naar een bar. Een tweede man geeft ons een beker cadeau. We vinden de bar en nemen een biertje. Langs de kerk en de overdekte Pelote-baan lopen we het dorp uit naar het volgende dorp Alda.

Daar worden we in de Agriturismo ontvangen door een ouder echtpaar. Ze schrikken als ze Mariette zien en vragen of ze een dokter moeten bellen. Niet nodig, vindt Mariette. We gaan douchen en even later is het eten in een aparte kamer op tafel gezet: een enorme salade, sopa met spaghetti erin, frites met gebakken ham, rode wijn. Bij het hoofdgerecht voelt Mariette zich niet lekker en verdwijnt naar onze kamer. Ze vraagt om ijsblokjes om op haar nu zeer pijnlijke pols te binden, ik ga ze voor haar regelen. Samen maken we nog het verslag af en gaan dan slapen.