Cirfontaines-en-Azois – Richebourg

Nancy en Jason staan me uitgebreid uit te zwaaien als ik vertrek. Jason heeft me genoeg brood meegegeven voor de hele dag. Zelf ook pain-au-chocolat. Ik ben het dorp nog maar net uit of het gaat regenen. Ik had de hoes al om de rugzak en de jas aan gedaan. De eerste 8 kilometer brengen me in Chateauvillain. Hier staat het ouderlijk huis van Simone de Beauvoir. In in overvolle tabak en tijdschriften winkel drink ik tussen de schappen koffie. Het regent nog steeds als ik daarna het stadje verlaat. Ik loop vervolgens 12 kilometer in de regen door een bos naar Richebourg. Op het dorpsplein is een abri waarin ik even schuil. Ik bel het enige adres dat de gids aangeeft. Een bitse vrouwenstem maakt duidelijk dat zij niet van plan is om mij een slaapplaats te geven. Doorweekt loop ik de regen naar de kerk en de Mairie. Er is geen levend wezen te vinden. Er is een overdekte ruimte naast de kerk waar ik even schuil. Ik overweeg wat ik zal doen. Nog 3 uur in de regen naar het volgende dorp vind ik geen optie. Ik zou mijn tent onder de overkapping kunnen zetten. Maar dan heb ik geen water en stroom. Ik besluit toch het dorp nog maar eens rond te lopen in de hoop iemand te vinden die ik kan aanspreken. Uiteindelijk klop ik bij een willekeurig huis aan. Een vriendelijke mevrouw opent de deur. Ik vraag haar waar ik kan slapen. Ze verwijst me naar een boerderij. Ik loop er heen en klop op de deur. Een raam gaat open. Er verschijnen een man en vrouw. Ik vraag om een slaapplaats. Helaas ben ik te laat want ze hebben al 3 gasten en een 4e kan er niet bij. Ik blijf aandringen en uiteindelijk komt de oplossing. Ik kan in een voorruimte van de koeienstal slapen. Er wordt wat schoongemaakt en opgeruimd en dan installeer ik me. Ik mag me binnen douchen en mijn kleren worden gedroogd. Terwijl ik douch, maakt de vrouw een mand met eten en drinken klaar die ik mee neem naar mijn verblijf. Ik denk aan het kerstverhaal. Geen plaats in de herberg maar wel in de stal. Als ik later probeer internetverbinding te krijgen door voor het huis te gaan staan, word ik binnen gelaten. Even later zit ik aan de keukentafel mee te eten. Weer terug in mijn verblijf denk aan de goedheid van deze mensen en die van gisteren en eergisteren.