Dardhe-Berzeshtë

We hebben om 8.30 uur een taxi besteld om ons naar Dardhe te brengen. Door het onbegaanbare pad gisteren konden we er niet naar toe lopen en er gaat ook geen bus. We laten ons afzetten bij het startpunt van de etappe, de school: in de reisgids wordt aanbevolen er binnen een kijkje te nemen. Dat doen we, er wordt meteen een (enigszins) Engelssprekende leraar opgetrommeld, hij blijkt de leraar Frans. Hij laat ons het ‘muzeu’ zien, een kamertje met historische en traditionele voorwerpen van de regio. Een en ander wordt toegelicht door de inmiddels ook verschenen lerares geschiedenis. Beide docenten in witte jas. Er wordt voor ons een glaasje Raki ingeschonken (!) gemaakt van lokaal fruit en we krijgen een weckfles vol aangeboden, die we helaas moeten afslaan omdat die echt niet in de rugzak past.

Het is rond 10.00 uur als we vertrekken, uitgezwaaid door de leerlingen op het schoolplein. De school telt zo’n 90 leerlingen van 8 -14 jaar uit de dorpen in de omgeving. Engels en Frans worden al vanaf de eerste klas onderwezen!

Onze route gaat door ruig gebied met her en der grote rotsblokken. Zoals altijd komen we niemand tegen, maar er komt wel een auto een steil bergweggetje af. We maken een praatje met de mannen, die boven op de berg een restaurant blijken te bouwen …

Er staat ineens een ezeltje aan de kant van de weg. Het blijkt te horen bij een man, die met een lange stok in een grote boom staat te slaan. Zijn vrouw is aan het rapen: walnoten. We krijgen twee handenvol toegestopt. Het is een makkelijk breed pad vandaag, na de klim in het begin steeds vlak of dalend. Een kudde schapen met herder komt ons tegemoet op een plek waar 3 grote Hoxha bunkers staan.

We kijken uit naar de in reisgids genoemde Yellow Bar in de laadruimte van een oude truck in het dorpje Qukës. Helaas blijkt die onvindbaar, want vervangen door een keurig nieuw stenen barretje plus winkeltje, zoals een jonge man ons vertelt, die vervolgens met ons meekomt de bar in. Bij een Korça biertje horen we dat hij leraar Engels is en ook wandelingen organiseert in een natuurgebied en langs… de Via Egnatia. Hij wil dit gebied promoten, geeft ons zijn website en wil graag die van mij hebben.

Voor onze overnachting hebben wij ons gericht op de boerderij van de familie Sabri Koçali, genoemd in de gids. De routebeschrijving daarnaartoe is zo ingewikkeld dat we het maar bij een huis gaan vragen. De man en zijn zoontje lopen behulpzaam met ons mee. Na een kwartier en een flinke klim komen we bij een rommelig erf. De man roept een jonge vrouw aan die in het veld bezig is, zij is de schoondochter en komt mee naar het huis, waar druk overlegd wordt met ‘oma’ en de even later met zijn twee koeien aan komende ‘opa’.

Gelukkig blijkt de jonge vrouw iets Engels te spreken. Ze vertelt dat wij (door de pandemie) de eerste gasten zijn dit jaar, ze hadden er niet meer op gerekend, maar willen ons niet wegsturen omdat het al bijna donker wordt. Wij, en ook de man die ons de weg wees, krijgen Turkse koffie en een glaasje raki, het was echt gezellig met z’n allen op de wrakke sofa’s op de waranda.

We worden op een gegeven moment meegenomen naar onze kamer, met langs de muren vier zitbanken. We hebben elk al een bank uitgekozen om te slapen, maar toen kwam oma met beddengoed en trok één bank uit tot tweepersoons bed. Ze vragen of we willen douchen; het water wordt in de badkamer verwarmd door een houtkacheltje.

We zitten vervolgens een uur met elkaar in de woonkeuken, de televisie luid aan, de twee kindjes rondhangend met hun mobieltjes, en kunnen door de taalbarrière helaas niet communiceren. Er wordt dan een tafeltje voor ons neergezet; wij krijgen soep met kalfsvlees, een schaaltje met tomaat, paprika en ui, eigengebakken brood en een beker yoghurt opgediend. De familie zelf eet niet mee. Na het eten verdwijnen wij gauw naar onze kamer, zodat de familie en ook wij onze eigen gang kunnen gaan.

Gelopen 18,15 km