Ivrea – Cavaglia

Ik vertrek om 7.00 uur uit het appartement. Ik heb ontbeten met yoghurt, banaan, brood van gisteren en koffie. Ik loop een half uur om in de stad te komen. Er heerst rust in de stad als ik de route weer oppak en de stad uitloop. Na de noodzakelijke industrieterreinen loop ik naar Bollengo dat aan de voet van een heuvelrug ligt. De route gaat de heuvel op maar ik niet. Er zijn redenen om aanduidingen te wantrouwen. Sommigen zijn commercieel geplaatst om pelgrims langs een B&B te loodsen. Ik loop naar het volgende dorp met de mooie naam Palazzo Canavese. De route gaat om het dorp heen. Ik loop het dorp in en ga bij de kerk kijken. De toren staat los van de kerk en heeft een boogvormige doorgang. Ik loop het dorp weer uit en volg de route. langs een weg die klimmend naar Piverone gaat. Via de hoofdstraat loop ik onder een klokkentoren door en kom op een plein. Er is een bakker open. Ik maakte me al zorgen of er nog wat zou komen voor de lunch. Ik verlaat het dorp en loop nu door een mooi glooiend landschap vol met wijngaarden. Ik zie een groot meer waarop wordt gezeild. In Viverone aangekomen ga ik op de treden van een theatervormige trap zitten lunchen. Het Spaanse stel passeert en groet. Na de lunch loop ik verder en begin te denken tot hoever of ik zal gaan vandaag. Als ik om 14.00 uur in Cavaglia aankom, heb ik 7 uur gelopen. Ik besluit niet verder te lopen en zoek de “Ostello” op. De deur zit dicht en er zit een bericht op geplakt in het Italiaans. Ik sta er naar te kijken als er aan de overkant een jong stel met rugzak loopt. Ik spreek ze aan met de vraag of ze ook pelgrim zijn. Nog niet maar ze trainen. Dan vraag ik of ze het bericht op de deur willen vertalen. Dat doen ze en het blijkt dat de sleutel opgehaald moet worden bij een verpleeghuis. Gedrieën lopen we er heen en worden binnengelaten. Op de kamer van het personeel moet een formulier worden ingevuld. De jongelui vertalen alles en zo verlaten we met sleutel het verpleeghuis en lopen naar de slaapplek. Nadat ik de rugzak en de schoenen heb neergezet gaan we aan de overkant op een terras een biertje drinken. Michel en Debora zoals het stel zich bekend maakt, willen een stuk van de Jacobsweg lopen. Dan zien we aan de overkant nog iemand bij de deur staan van de Ostello. Debora loopt er heen en zo zitten we met zijn vieren aan tafel. Dan nemen we onder dankzegging afscheid van Michel en Debora en ga ik met de Oostenrijkse Ludwig naar de kamer om ons te installeren. Vervolgens gaan we naar een Kebab-zaak om te eten. Daarna schrijf ik mijn verslag.