Kumakogen – Tempel 45 – Kumakogen

Ik ontbijt samen met Hayashi. Ik praat met hem over Pinksteren. Hij heeft er wel eens van gehoord, maar weet er niets van. De zorgzame vrouw zorgt ondertussen, dat we niets tekortkomen. We krijgen nog een banaan mee en gaan op pad. Aan het eind van de straat neem ik afscheid van Hayashi. Hij gaat door naar tempel 46 en ik moet naar 45. Het gaat meteen omhoog naar een tunnel. Er lopen meer henro’s zowel heen als terug, omdat tempel 45 niet aan de doorgaande route ligt. Na een kleine daling naar een dorp, gaat het weer omhoog. Ik tref een man die op een muurtje zit en goed Engels spreekt. Ik ga bij hem zitten. Als ik hem complimenteer met zijn Engels, blijkt het een oud-leraar Engels te zijn. Hij is bij tempel 75 begonnen omdat daar Kobo-Daishi is geboren. We praten nog wat en dan ga ik verder. Ik blijf de hoofdweg volgen. De natuur is prachtig. De begroeiing, maar ook de typische rotsformaties, die door erosie zijn ontstaan. Tempel 45: Iwayaji ligt op een hoge plek verscholen. Het wordt beschouwt als een “nancho”, wat ook moeilijke plek betekent. Als ik naar boven ben geklommen en even zit uit te hijgen, spreekt een charmante vrouw me aan in het Engels. Ze vraagt meteen naar mijn leeftijd, wat heel gebruikelijk is hier. Als ik zeg dat ik 68 ben, deelt ze mee dat ze 70 is. Haar man die bij haar staat is 76. Ik ga verder en ontdekt een mooi nieuw ontvangst gebouw. Het is geheel in hout gebouwd. Ik vind het mooi en maak wat foto’s. Ik daal vervolgens af en begin de terugtocht langs dezelfde route als de heenweg. Als ik weer in het dorp bij de tunnel ben, word ik opgevangen door mensen die de henro’s wat willen aanbieden. Ik krijg cakes, fruit en drinken allemaal zelf gemaakt of geproduceerd. De enige tegenprestatie is dat ik mijn naam en iets aardigs in hun boek schrijf. Als ik dat doe, zie ik tussen de Japanners ook een Australiër, een Frans stel, een Duitser, en een Nederlander. Onder dankzegging ga ik verder. In de straat waar ik logeer is een markt geweest. Er speelt nog een bandje zijn laatste lied. Ik blijf even luisteren. Rond 13.45 uur ben ik weer bij de ryokan. Ik zet mijn spullen op mijn kamer, en loop nog even rond, op zoek naar Wi-Fi, zonder succes. Bij het eten schuiven nog 2 mannen aan. Ze praten met elkaar Japans. De een loopt, de ander gaat per auto. Als de gastvrouw voor morgen een onderkomen voor mij heeft geregeld, ga ik naar mijn kamer.

Klik hier voor de foto’s