Licques – Wisques

Na een goede nachtrust pak ik mijn spullen en loop naar de bakker. Onderweg mis ik mijn zonnebril. Gisteren al mijn pet kwijt en nu dit. Misschien laten liggen. Ik loop terug naar de camping. Niets te vinden. Ik smeer me in met factor 50 en loop het dorp uit en lopend eet ik mijn lopersontbijt: pain au chocolat. De zon schijnt weer uitbundig. In Alquines drink ik in de bar naast de kerk koffie en koop water. De omgeving lijkt in feesttooi door allerlei bloesem die zich laat zien. Ook de koolzaad wordt steeds geler. Het landschap is hier wat geaccidenteerder en daardoor kleinschaliger dan noordelijker. Ik loop door meerdere boerendorpen en gehuchten. Af en toe pauzeer ik in de schaduw. De zon is al flink heet. Als mijn water op is, loop ik een boerenerf op. Bereidwillige mensen vullen mijn fles. Na 8 uur lopen ben ik bij de abdij van Wisques. Ik meld me bij de monnik van de receptie. Hij gaat bellen en even later komt een andere monnik mij halen om mij naar de kamer te begeleiden. Onderweg legt hij me uit wat de regels zijn. Hij wijst me de douche. Als ik daar even later uitgekleed onder sta, komt er alleen koud water uit. Op de kamer is een wastafel. Daar fris ik me op. Om 19.30 uur begint het de avondmaaltijd. De gasten worden door een monnik naar de eetzaal gebracht. Bij de ingang ben ik de enige die moet wachten. Naar later blijkt op de abt. Hij komt naar me toe en weet dat ik niet Rooms Katholiek ben. Hij vraagt me een paar zaken over mijn looptocht. Dan komt een monnik mijn handen wassen en dan mag ik aanschuiven. We zitten met 10 gasten maar er wordt niet gesproken. Onder permanent geprevel van een monnik op een preekstoel krijgen we wat eten opgediend. Na afloop brengt de monnik ons weer naar de kamers. Toch weer een bijzondere ervaring.