Logroño-Arrubal

De eerste lopers vertrekken al om 5.00 uur. Wij gaan eerst om 7.00 uur ontbijten en daarna op pad. Er heerst zondagsrust wanneer we de stad langs een hoofdweg verlaten. Bij een bakker die al open is gaan we broodjes chorizo voor onderweg kopen.

Dan verlaten we de stad en lopen door een natuurgebied langs de Ebro. Voorbij de voorstad Varea volgen de wijngaarden en de peren- en notenboomgaarden. Na anderhalf uur pauzeren we in de schaduw van een gebouwtje. We lopen een paar kilometer op een weggetje afwisselend links en rechts van de snelweg. Bij een militair complex gaat onze route de spoorbaan over. We moeten nu enkele kilometers langs de vrij drukke N232 lopen.

Bij een leegstaand restaurant tegenover het stationnetje van Recajo gaan we in de portiek zitten, het enige schaduwplekje, om ons chorizobroodje te eten. Na het passeren van een klein militair- en burgervliegveld verlaten we de verkeersweg en komen bij een riviertje. We kunnen het alleen oversteken met stapstenen of gebruik maken van de doorwaadbare plaats. We kiezen het laatste en waden, nadat we de schoenen uit hebben gedaan, hand in hand door het water. Vervolgens lopen we Agoncillo binnen.

Bij het historische kasteeltje en de kerk is een dorpsfeest aan de gang. Mensen in middeleeuwse kleding lopen tussen allerlei kraampjes. We lopen er door heen, want wij willen naar het Würth Museum, waar ik negen jaar geleden ook ben geweest. Het herbergt de kunstcollectie van de industrieel Würth en geeft ruimte aan exposities van moderne kunst. Het ligt naast de Würth fabriek op een industrieterrein langs het spoor. Omdat het om 14.30 uur sluit moeten we ons haasten. Geen pretje om in de hitte enige kilometers langs (vanwege de zondag) grote verlaten bedrijfscomplexen te snelwandelen ….

We komen net op tijd om nog een half uur de tentoonstelling en het gebouw te bekijken. Ook het cafė gaat dicht; in plaats van een rustig drankje in de fauteuils daar wordt het een pakje sap onder een viaduct, in de schaduw tussen de kolommen op het talud.

Daarna lopen we verder tussen de grote bedrijfsgebouwen naar het dorp Arrubal. Daar vinden we naast de historische kerk, met ooievaarsnest op de toren, een mooi vormgegeven hostal. De beheerster laat ons binnen en vertelt dat er ook een Oekraïnse familie in de herberg verblijft.

We installeren ons en lopen dan door het saaiste dorp dat we deze weken gezien hebben naar het enige caférestaurant, Las Palmeras, om te eten. We nemen een lokaal gerecht: Salmorejo (koude gebonden soep in een glaasje), en kip met frites. We drinken er een fles Rioja uit de streek bij, à 5 euro.