Mugi – Ikumi

De motorman en ik zijn de enige gasten aan het ontbijt. Ik reken af, pak mijn spullen en vertrek. De route volgt ook vandaag de verkeersweg 55. Er is een aparte strook voor fietsers en lopers. Regelmatig gaat het door een tunnel, dat is minder fijn. De omgeving is er niet minder mooi om. Bovendien schijnt de zon uitbundig. Na 2 uur lopen pauzeer ik in een speciale pelgrimshut. Ik eet de zojuist gekochte sinaasappels. De route verder volgend, gaat het langs een diepe zeearm. Even later passeer ik een hotel Riviera. Dit is het eerste toeristen hotel dat ik zie. Ondanks het zomerse weer is het strand leeg. Japanners lijken niet van de zon te houden. Ze kleden zich zo dat de zon nergens de huid kan raken. Ook zijn er geen terrasjes, geen bankjes en geen parken. Men is het liefste binnen. Als ik langs loop in t-shirt en korte broek, heb ik bekijks. Op de brug over de Shishikui rivier kom ik een vrouw tegen die ik voor het laatst in de bergen heb gezien. We praten even. Ze is 64 jaar en stopt vandaag met lopen. Ik loop vervolgens een tunnel in. Als ik er weer uit kom, ben ik in een ander district of prefectuur. Shikoku heeft 4 districten. In de boeddhistische opvatting over deze pelgrimstocht staan de districten voor stadia die de pelgrim doorloopt. District 1 is Tokushima, dat staat voor ontwaken of bewust worden. Daar ben ik nu mee klaar. Ik betreed nu District 2 genaamd Kochi. Dit staat voor ascese, streven naar reine levenswandel. District 3 Ehime staat voor verlichting en Distirct 4 Kagawa staat voor het Nirwana, de hoogste staat de een mens kan bereiken. Daar ben ik nog niet. Ik loop verder. Als ik een pelgrimstocht passeer word ik aangesproken door twee jongens. Het zijn Australiërs, Kevin en Barny. Zij willen ook de hele ronde lopen. We zullen elkaar ongetwijfeld nog wel tegen komen. Ik loop verder tot ik in Ikumi ben, de eindbestemming voor vandaag. Ikumi ligt aan een strand. Er wordt hier veel gesurft. Ik zoek mijn slaap adres en even later ben ik op min kamer. Ik maak voor het eten gebruik van de “ofuro”. Ik vind het een fijne manier van baden en het hete water heeft een goede werking op de spieren. Het eten wordt geserveerd in een apart gebouw. Het interieur is geheel gevuld met rommel. De baas zit er tussen. Hij is erg vriendelijk en spreekt goed Engels, dus wordt er veel gekletst onder het eten.

Klik hier voor de foto’s