Pontarlier – Jougne

Het wordt vandaag een pittige etappe door het hogere deel van de Jura. Als ik de Pontarlier uitloop is er geen wolkje aan de lucht. Het klimmen begint meteen nadat ik een landweg ben ingeslagen. Bij een boerderij laat een boer zijn koeien de stal uit en de weg op lopen. Ik ben ineens omsloten door de kudde. Bij de wei waar ze heengaan kan ik mij losmaken en verder lopen. Het gaat nu door een bos steil omhoog. Het keienpad is door de regen van gisteren lastig te lopen. Boven gekomen ga ik bij een uitzichtpunt kijken. Van uitzicht is geen sprake. Het dal is gevuld met dikke mist. Ik ga op een bank een banaan eten. Daarna kijk ik weer en zie uit de mist een kasteel opdoemen. Even later zijn ook de contouren van een dorp zichtbaar. Een ontroerend mooi gezicht. Ik klim verder en bereik een ruïne van een fort aan deze kant van het dal. Nu is het kasteel aan de overkant blakend in de zon te zien. Ik heb 200 meter geklommen dus volgt een even grote afdaling tot ik in het dorp La Cluse et Mijoux. Voor de volgende klim begint rust ik even in een bushokje. Aan de andere kant van het dal is het pad haast onbegaanbaar door de regen van gisteren. Blubber, rotsblokken en omgevallen bomen blokkeren het pad. Als ik bezig ben verder te komen glijd ik uit. Ik grijp een boom vast maar kan niet voorkomen dat ik met mijn achterste in de blubber terecht kom. Als daarna het pad in een weiland eindigt overweeg ik wat ik zal doen. De gps geeft aan dat ik de goede richting ga. Dus ga ik de wei in. Achter een boomwal staan de koeien me aan te staren. Ik zie verderop een kapel staan. Die kan ik herkennen op de route. Ik klim verder, passeer wat boerderijen en ga een bos in. Het is betrokken en gaan regenen. Ik kom op een plateau in het dorp Les Fourgs. Het is hier zichtbaar op wintersport gericht. Ik pauzeer bij de Mairie op een bank. Het is weer droog. Vervolgens klim ik naar 1200 meter om dan weer maar 950 meter af te dalen. Het regent nu stevig. Ik schuil een paar keer voordat ik in Les Hôpiteaux Neufs ben. Dan loop ik droog naar de laatste plaats in Frankrijk genaamd Jougne. Een vriendelijk man ontvangt me in zijn hotel La Coronne. Even later sta ik onder de douche. Ik heb afgesproken dat ik in het hotel blijf eten. Als ik zit te eten komt het Italiaanse stel dat ik een paar dagen geleden heb getroffen binnen. We begroeten elkaar als vrienden. Zij stoppen hier. Ik wens ze goede thuisreis en ga naar mijn kamer.