Rustdag in Aosta

Augusta Praetoria, onder die naam werd Aosta 25 jaar voor Christus gesticht. Ze zijn er trots op en een aantal overblijfselen uit die tijd zijn geconserveerd en te bezoeken. Ik wil daar vandaag wat van zien. Maar eerst ga ik in het hotel ontbijten. Ik tref daar de Engelse jongens en de Belgische fietser. Eén van de Engelsen reist vandaag naar huis. Als ik na het ontbijt naar het centrum loop kom ik de ander (David) tegen die zijn vriend naar het station heeft gebracht. We maken een praatje en dan loop ik naar de kathedraal. Een rijkversierde voorgevel en een redelijk eenvoudig interieur. Daarna loop ik richting het Romeins theater. Als ik een fotowinkel passeer koop ik een geheugenkaart en een nieuwe lensdop. Daarna passeer ik de Porta Praetoria. Dit was in de Romeinse tijd de oostelijke toegang tot de stad. Vlakbij staan de restanten van het theater. Er is één stuk muur blijven staan. De rest is slechts een meter hoog. Ik heb het gauw bekeken en loop vervolgens naar de overblijfselen van een voor-christelijke Basilica. Er is een heel gebouw omheen gezet. Te zien zijn de contouren van het gebouw. Op panelen zijn reconstructies te zien. Als ik het heb gezien loop ik nog even langs de Arco d’Augusto. Daarna is het lunchtijd. Ik ga in een park tegenover de rechtbank zitten lunchen. Na de lunch wil ik de restanten van het Forum nog zien. Tenslotte was dat de belangrijkste plek van de stad. Daar kwam men bijeen om te discussiëren en politiek te bedrijven. Over deze Cryptoportique van het Forum is in latere tijden de huidige stad gegroeid. Dan wandel ik richting Hotel. Onderweg koop ik een heerlijk Italiaans ijsje. Nadat ik wat heb gerust schrijf ik een verslag. Om 19.30 uur haal ik om de hoek een pizza Napolitana. Ik ben nu echt in Italië.