De etappe van vandaag is 33 kilometer lang en er moet 800 meter omhoog worden geklommen. Ik vertrek om 5.30 uur om zoveel mogelijk te hebben gelopen voor het warm wordt. Ik loop het dorp uit als de zon net boven de bergen klimt. Op de top van de eerste heuvel ligt Vignoli Alto, een piepklein plaatsje met poort en kerk. Ik loop er even door en daal dan weer. Aan de voet van de berg ligt Vignoli Bagno. Dit is een zeer oude badplaats rond een groot bad. Ziet er mooi uit maar er is nog niets open op het tijdstip dat ik er doorloop. Na dit dorp is de route even niet duidelijk. Met mijn gps vind ik de richting en loop door de velden omhoog. Boven kom ik John Noël, de Zwitser tegen. We gaan bij een huis waarbij een bord staat koffie drinken. Daarna kom ik twee vrouwen uit Milaan tegen die een weekje lopen. We praten even en dan loop ik verder. We zullen elkaar een paar keer treffen. Als ik op de volgende berg ben heb ik een prachtig uitzicht over het landschap met grote graanvelden afgewisseld met bossen. In de verte is het hooggelegen kasteel van Radicofani te zien. Onder een boom ga ik zitten om te rusten en te lunchen. De Zwitser en de Milanese vrouwen lopen voorbij. Als ik verder lop haal ik ze weer in. Het laatste stuk gaat sterk stijgend omhoog naar Radicofani. In de ostello wordt ik hartelijk ontvangen. De gitaarman Cedric is er ook al. De anderen komen later ook binnen. De hospitalieros maken een maaltijd en aansluitend wordt door Cedric en John Noël muziek gemaakt. Daarna gaat iedereen naar bed.