Sanuki – Okuboji

Het ontbijt is weer prima. Als ik om 6.45 uur vertrek, krijg ik een lunchpakket mee. Het bevat, zoals later blijkt, twee rijstbollen, een gekookt ei, wat zeewier en wat smaakhapjes, dit aangevuld met een blikje thee. Er is voor de hele dag regen voorspeld. Voorlopig is het niet ernstig. Tussendoor is het soms droog. Na 7 kwartier lopen ben ik bij de eerste tempel van vandaag. Het is tempel 87: Nagaoji. Terwijl ik het terrein oploop, gaat het harder regenen. Een van de mannen uit de laatste ryokan arriveert ook. We groeten elkaar. Onder een afdak ga ik even op een bank zitten. Ik haal de poncho tevoorschijn en doe hem aan. Ik vervolg de route. Na ca. 4 kilometer is er een splitsing. Ik zou bij goed weer gekozen hebben voor de kortste route. Deze gaat over een top van ruim 700 meter. Met het weer van vandaag kies ik de ruim 3 kilometer langere route langs de weg. Bovendien kom ik dan langs het Maeyama stuwmeer. Hier staat het pelgrimshuis, “Maeyama Ohenro Koryu Salon”, een pelgrim ontmoetingscentrum en museum. Als ik er binnenloop word ik ontvangen met thee en een koekje. De mevrouw vraagt mijn naam en begint een certificaat uit te maken. Omdat ik de hele tocht heb gelopen word ik benoemd tot ambassadeur van de 88 tempeltocht. Ik aanvaard het in dank. Als ik het museum door loop, kom ik ook een vitrine over de pelgrimstocht naar Santiago tegen. Ik vraag de mevrouw of er contacten zijn. Ze dacht het niet. Wel vreemd om de spullen die ik thuis heb liggen, hier te zien uitgestald. Als ik buiten kom is het droog. Ik vervolg de weg die begint te stijgen. Het gaat weer regenen, de poncho gaat weer aan. Op het hoogste punt, 364 meer, staat een prieel, waar ik ga zitten om te lunchen. Na de lunch daalt het licht om vervolgens verder te stijgen naar 449 meter. Daar staat tempel 88: Okuboji, de laatste van de tempels. Een groot beeld van Kobo-Daishi markeert de ingang. Een glazen huis vol pelgrimsstokken illustreert de gewoonte om deze hier achter te laten. Bij de hoofdtempel maak ik een selfie. Het is toch een moment, dat me een bijzonder gevoel geeft. Verder gaat alles zoals bij alle andere tempels. In de regen loop ik via de winkeltjes naar de ryokan, vlakbij de tempel, waar ik heb gereserveerd. Als om 18.00 uur het eten op tafel staat, zit ik met 3 Japanse mannen aan. Eén ervan ken ik van de vorige ryokan en van onderweg. De twee anderen zijn autopelgrims. Het huis wordt, zoals meestal, gedreven door vrouwen. Oma staat in de keuken, moeder regelt en serveert, en dochter is aanwezig op foto’s. Ze zit in het nationale softbal team. Dat heeft in 2004 de Olympisch goud gewonnen. Het eten is weer goed.

Klik hier voor de foto’s