Schönfeld – Grossenhain

Het is even over 8.00 uur als ik de deur achter me sluit en de sleutel weer op de plek leg waar ik hem heb gevonden. Bij de bakker koop ik wat broodjes voor onderweg. Alles wat ik nog in de rugzak had heb ik vanmorgen als ontbijt opgegeten.

De B98 is het meest aannemelijke tracee van de Via Regia. Een stukje loop ik langs deze drukke weg en laat hem dan achter me. Via landwegen loop ik naar het gehucht Muhlbach. Op een bank pauzeer ik even en loop dan door een bos waarin de bodem bedekt is met gele Mahoniaplanten die bij ons als tuinplanten te boek staan. Even voor het volgende gehucht Quersa zijn bij een zitbank wat grappige figuren van takken geplaatst. Quersa is niet veel meer dan bebouwing langs de B98. Als de bebouwing ophoudt sla ik weer een landweg in.

Het gaat weer door bos tot ik bij een oude watermolen kom. Nadat ik een weg ben overgestoken, kom ik bij een riviertje. Op een boomstam ga ik even een broodje eten. Even later stoppen een auto en een tractor. De mannen stappen uit en houden werk overleg. Dan komt de oudste op me af. Hij wijst op mijn rugzak en vraagt waar ik naar toe wil. Ik vertel wat ik aan het doen ben. Dan worden beide mannen nieuwsgierig. In de gids laat ik de route zien. Wanneer ik zeg dat ik uit Nederland kom, blijken ze alles te weten van de BBB. We praten er over en daarna vertrekken ze met een handdruk en rijden elk een andere kant op.

Langs een riviertje loop ik verder. Nadat ik de brug over het riviertje ben overgestoken zie ik in de verte het einddoel voor vandaag aan de horizon, de stad Grossenhain. Naast de bekende vrijstaande huizen staan grote “plattenbau” blokken. Wanneer ik de stad bereik, begint het wat te regenen. Door het oude centrum loop ik naar de kerk en vind daarachter de pelgrimsherberg.

Wanneer op mijn bellen niet wordt gereageerd, pak ik de telefoon en bel het nummer dat in de gids staat. De vrouw die ik aan de telefoon krijg wil alle moeite doen om zo snel mogelijk naar de herberg te komen. Dat is voor mij niet nodig dus stel ik voor dat ze er om 15.00 uur is. Zo heb ik tijd om wat rond te kijken in de stad. Wanneer ik wat rond heb gelopen en in een conditorij koffie heb gedronken wil ik nog even de kerk in. Er wordt op dat moment dat ik binnen kom op het orgel gespeeld. Ik luister een tijdje en loop.dan naar de herberg. Op hetzelfde moment komt ook de beheerder aanlopen. We gaan naar binnen. Ik krijg wat instructies. Na betaling van 12 Euro vertrekt de vrouw.

Aan het bureau verdiep ik me in de kaart om het vervolg te bepalen. Na zessen ga ik naar de “Blaue Laterne”. Ik ben de eerste gast. Ik bestel aspergesoep, vervolgens zalm op spinazie en tagliatelle en als dessert ijs met frambozen. Bij dit alles drinken ik een glas primitivo. Wanneer ik klaar ben zit de zaak helemaal vol. Als ik terug ben in de herberg schrijf ik nog wat aan mijn verslag.