Tosashimizu – Kanaezaki

Bij het ontbijt geen rauw, maar een gekookt ei en geen thee maar koffie. Speciaal voor mij. Ik krijg van de gastvrouw drinken en een gekookt ei mee voor onderweg. Ze zwaait me met twee handen na, tot ik de bocht om ben. Het gaat de eerste kilometers door beboste heuvels. Af en toe met mooie doorzichten naar de kust. Als ik twee uur heb gelopen ben ik in Shimizu, een grotere vissersplaats, diep in de monding van een rivier. Aan één van de vele havens zoek ik een plek om even te pauzeren. Het begint warm te worden als ik verder ga. Ik passeer het John Mung museum. Midden 19e eeuw als arme vissersjongen  schipbreuk geleden, gered, naar Hawaï gebracht. In Amerika gaan studeren. Groot wetenschapper geworden in geologie en landmeetkunde. Terug in Japan een geëerd notabel. Rond de middag ben ik in Tatsukuchi. Aan een baai achter, een hotel, is een prieel waar ik ga zitten lunchen. Met een jongeman, die er aan het vissen is, wissel ik wat woorden. Op zijn iPad toont hij de foto’s van zijn vangst. Verderop staat een bijzonder gebouw in zee. Het is een om onder water te kunnen kijken. Ik maak er een foto van en ga verder. Er volgt een ruige kust met een aantal lange tunnels. Als ik bij weer een tunnel kom, staat een man met fiets me op te wachten. Ik begrijp niet wat hij van me wil. Als ik verder ga fietst hij voor me uit. Aan het eind van de tunnel staat hij me op te wachten. Als hij vervolgens het dorp in rijdt waar mijn slaapadres is, snap ik het. Het is de man, van het oudere echtpaar, waar ik logeer. Hij is erop uitgestuurd om mij op te halen. Vertederend. Ik verontschuldig me voor het onbegrip. We begrijpen elkaar maar verstaan elkaar niet. Bij het eten schenkt de man sake voor mij in. De vrouw heeft de maaltijd bereid met veel vis. Na het eten vraag ik de vrouw voor mij het volgende slaapadres te reserveren. Er komt een loep aan te pas, om het telefoonnummer te kunnen lezen. Als de reservering is gelukt ga ik naar mijn kamer.

Klik hier voor de foto’s