Abaddia Isola – Siena

De aardige mevrouw die gisteravond de maaltijd heeft klaar gemaakt, verzorgt vanmorgen ook het ontbijt. Om 6.30 schuif ik aan. Het ontbijt is simpel, koffie, oud brood met jam en koekjes. Voor zeven uur vertrek ik. Ik word door de mevrouw uitgelaten met een zoen. Ik heb het idee om in Monteriggioni een bar te zoeken met wifi en daar mijn berichten te versturen. Als ik na een klein uur lopen door de poort het stadje in loop, is alles nog dicht ondanks het festival dat vandaag zal plaatsvinden. Door de andere poort loop ik het stadje weer uit. Ik volg de route en loop omhoog een bos in. Als ik even later bij een brug ben, komen de twee Italianen me achterop. We gaan gedrieën verder. De één heet Fulvio en rookt sigaren, de ander heet Alfredo en is de prater. Fulvio werkt bij een medisch bedrijf en Alfredo is leraar. Beiden zijn 63 jaar. Alfredo legt af en toe wat uit over de dingen die we zien of het Italiaans. We passeren een Castello en even later komen we in La Villa. Daar is een rustplaats gecreëerd door de man van een soort huisbar. We drinken koffie en lopen dan, op aanraden van de man van de bar, door een bos een alternatieve route met schaduw. We komen weer op de route. Ik loop als derde en volg de mannen met als gevolg dat we een langere route lopen. Alfredo loopt voorop en dat betekent stevig doorlopen en geen pauzes. Rond 13.30 uur zijn we op het Piazza del Campo in Siena. We nemen foto’s en lopen dan door naar de Dom. Tegenover de Dom is de touristeninformatie waar ook moet worden ingecheck voor de Ostello. Ik besluit twee nachten te boeken zodat ik morgen een rustdag heb. In de Ostello is het interieur pas volledig vernieuwd. Het ziet er goed uit. Nadat we gedoucht hebben en ik de stad in wil, breekt er een geweldig onweer los. Het regent pijpestelen. Daarna is het een stuk koeler. Ik loop de stad in waar het nu een stuk rustiger is. Bij een Osteria bestel ik een pizza. Op de TV speelt WK voetbal Rusland – Kroatië. Als ik terugloop om 22.15 uur over het Piazza del Campo is het er vol. Ik maak nog een foto van de Dom die er verlicht uitziet als een suikertaart. In de ostello zit Alfredo op zijn tablet voetbal te kijken. Ik kijk even mee en zie Kroetië winnen met strafschoppen. Ik ga vervolgens slapen.