Rustdag in Siena

Ik hoor de Italianen vertrekken. Ik blijf in bed liggen tot 8.00 uur. Gisteravond is er een Amerikaanse jongen binnengekomen. Als ik me heb gewassen en gekleed, praat even met hem. Hij reist als backpacker door Europa met de trein. Vandaag Siena, morgen Florence. Hij is onder de indruk van mijn verhaal. Ik ga de stad in en bezoek een kerk, chiesa de San Martino. De kerk zit behoorlijk vol. Daarna ga ik naar de synagoge niet ver van de kerk. Een beperkt aantal mensen kan naar binnen. Als er genoeg binnen zijn gaat de deur dicht. De vrouw van de ontvangst geeft een rondleiding. Op gezag van de toenmalige paus mochten de Joden niet in de stad wonen. Er moest een ghetto worden gebouwd waar ze mochten wonen. Ze mochten ook geen ambachten uitoefenen. Zo zijn ze gaan bankieren. Vanaf de 16e tot en met 18e eeuw heeft dat zo geduurd. Toen heeft Italie kort een koning gehad die vond dat iedereen dezelfde rechten moest hebben. Na mijn bezoek loop ik wat rond in die buurt. Er valt weinig van te herkennen. Wel ontdek ik een prachtig doodlopend straatje. Ik wil schetsen maar er is geen plek om te zitten. Dan maar foto’s maken, veel foto’s maken. Rond lunchtijd neem ik een pasta. Met een app vraag ik of Francoise en Fabrizio ook in Siena zijn aangekomen. Ze blijken in dezelfde Ostello te zitten als ik. We spreken af om samen te gaan eten. Als ik het museo Publico wil bezoeken is het al om 15.00 uur dicht gegaan. Ik ga terug naar mijn onderkomen. Ik vind bij de receptie een mooi boek over de route in Italie. Op het kleine buitenterras ga ik zitten lezen. Er momt nog iemand binnen. Het is een Deense vrouw die vanaf Lucca loopt. We praten even. Dan is het tijd om te gaan eten. Als we op de Piazza Del Campo komen is het helemaal vol met mensen. Een wijk van Siena presenteert zich in het kader van de Palio. Het hele plein staat vol. Nadat de trompetten hebben geklonken gaat er een gejuich op. We gaan naar het restaurant waar ik gisteren ook was. Het is voor Fabrizio de laatste dag. Morgen is hij thuis. Na het eten lopen we over het nog steeds volle plein terug naar de ostello en gaan slapen.