Bourg St. Pierre – Col du Grand St. Bernard

Nadat ik goed heb geslapen en ontbeten stap ik welgemoed de deur uit. Als ik het dorp verlaat via de weg, geven de bordjes aan dat de route het dal in gaat. Ik zie dat en wil net de weg verlaten als Liesbeth en Frus aan komen lopen. Zij gaan de weg volgen. We hebben allebei in de Hospice gereserveerd dus zullen we elkaar daar weer zien. Ik neem het pad naar beneden en ga het riviertje over. Dan gaat het steil omhoog en weer omlaag. Het gaat een paar keer zo totdat ik in de buurt kom van een stuwmeer. Via een geitenpad klim ik naar de bovenkant van de stuwdam. Als ik er bijna ben, ligt langs de weg de eerste sneeuw die ik tegenkom. Ik maak een foto. Er stopt vervolgens een auto, raam gaat open en ik krijg een hand van de bestuurder. We praten even over landschap, route en het weer. En met opnieuw een handdruk en een Bonne Route rijdt hij verder. Ik klim het laatste stukje naar de dam en heb dan een mooi uitzicht over het meer. Er staan auto’s en campers en er wordt druk gevist in het meer maar ook in de stromen er naar toe. Het is een prachtig landschap. De zon begint een beetje door te breken. Ik zit rondom in de besneeuwde bergen. Voorbij het meer stop ik even bij een oud hutje. Ik eet een appel en en ga dan weer verder over bergpaden. Rondom komt water naar beneden. Soms stroomt het over het pad en moet ik van steen naar steen stappen om droog te blijven. Plotseling zie ik een dasachtig beest wegschieten. Even later zie ik een bergmarmot uit de berm wegrennen. De volgende marmot die ik zie kan ik fotograferen. Ik ben al aardig hoog gestegen. Bij een oude boerderij is het pad geblokkeerd door de sneeuw. Ik zie verderop een mogelijkheid om de weg re bereiken. Daarvoor moet ik wel eerst een hoop sneeuw over. Op de weg die flink stijgt wordt veel gefietst. Links en rechts van de weg ligt veel sneeuw waarin ik mensen zie skiën. Soms waait er een frisse wind naarmate ik hoger kom. Rond twee uur ben ik op top en meld me in de Hospice (in het Frans is dat een logeergebouw). Ik word ontvangen door een vrouw die me thee geeft. Even later komt een monnik die me wat vertelt over over de huisregels en me een kamer toewijst. We praten even over de geschiedenis van het Hospice. Ik zet mijn spullen op de kamer en kom bij de wasgelegenheid Frus tegen. We wisselen wat ervaringen van vandaag uit. In de kapel woon ik de Vesper dienst bij. Daarna is het etenstijd. Liesbeth en Frus zitten al aan tafel. Ook 2 jongens uit Engeland waarmee ik de kamer deel en een Belgische fietser. Na het eten zoek ik een slaapadres in Aosta waar ik morgen heen loop en schrijf mijn verslag.