Colleferro-Anagni

Na een schamel ontbijt vertrek ik om 8 uur van de kamer. Ik zoek mijn weg door de stad naar de route en passeer daarbij smerige industriegebieden, rommelige spoor emplacementen en armoedige woonwijken. Eenmaal op de route, ben ik snel de stad uit. Er zit wat bewolking aan de lucht en het is minder warm dan de afgelopen dagen. Al snel ben in het boerenland. Er is wel wat verkeer maar verder overheerst de rust van het platteland. Als ik 2 uur heb gelopen, pauzeer ik even in een bushokje.

Weer verder lopend komen een man en een vrouw op de fiets mij achterop. Zij groet en hij roept ‘Francigena? Ik antwoord ‘Si’. Het glooiende landschap wordt doorsneden door een kaarsrechte lijn van een hoge snelheidstrein. Als witte en rode raketten schieten de treinen door het landschap. Met een brug ga ik over het spoor. Het is inmiddels toch weer warm geworden. Rond 12.00 uur ga ik onder de snelweg door en ben dan in een commercieel gebied. Bij de supermarkt ga ik fruit en water halen. Verder lopend zie ik in de verte op een berg het einddoel van vandaag, het historische stadje Anagni. Aangekomen bij de berg, volgt een zware klim. Regelmatig stop ik om even op adem te komen. Eenmaal boven, loop ik door oude straatjes op zoek naar het centrum. Ik spreek een man aan die zijn huis uit komt. Met handen en voeten maakt hij duidelijk waar ik heen moet. Het is een mooi zonnig plein. Een open kant geeft zicht op een park. Op een terras onder bomen drink ik een bier, zoek op de telefoon het adres van de Ostello en loop er na een tijdje heen. Ik kom bij de Cistercienser nonnen terecht. Ik krijg een keurige eenpersoonskamer achter het auditorium van een Museum. Nadat een vriendelijke non me heeft ingeschreven, ga ik douchen.

Opgefrist ga ik bij de bar, waar ik vanmiddag was, een wijntje drinken. Het is er nu druk en iedereen kent elkaar. Ik kijk vanachter mijn glas een tijdje aan. Als ik afreken bij de jongeman die mij bediende, kom ik met hem aan de praat. Hij verteld mij dat Anagni in de middeleeuwen een zeer belangrijke plaats was waar veel adellijke personen woonden. Uit deze plaats zijn 3 pausen voortgekomen. Ook het gebouw waar ik logeer is bijzonder. Ooit was het een gevangenis. Later was het het paleis van ene Bonifacio. Als ik vervolgens naar mijn onderkomen ga, moet ik aanbellen om er in te komen. Dezelfde non doet open die mij heeft ingeschreven. Ik zeg dat ik nog ga eten. Ik krijg respijt tot 9.30 uur. Vervolgens ga ik op zoek en vind een soort restaurant waar mensen werken met een kleine beperking. De kok heeft dat niet, want het eten is prima. Om klokslag 9.30 uur ben ik bij mijn onderkomen. Ik word elektronisch binnengelaten.

Gelopen: Colleferro-Anagni 20.74 km