la Chaussée-sur-Marne – Vitry-le-François

Als ik de sleutel heb ingeleverd verlaat ik uiteraard via de bakker het dorp. Even buiten het dorp ontdek ik dat ik 5 kilometer kan winnen door langs het Marnekanaal te lopen i.p.v. de route in de gids te volgen. Ik loop een heuvel over en bij het dorp Ablancourt kom ik bij het kanaal. Ik kan ontspannen het fietspad langs het kanaal blijven volgen. Ik passeer wat bruggen en sluizen en een paar dorpen. Af en toe komt er een schip voorbij. Bij het dorp Couvrot stop ik voor een pauze bij de brug. Ik heb de rugzak net afgedaan als er een man naast me staat. Vanaf het terras van zijn huis zag hij me lopen. Hij vraagt me of ik koffie wil en neemt me mee naar zijn huis. Op het terras tref ik zijn zoon Jules van 6 jaar. Terwijl vader vertelt dat hij 2 jaar geleden naar Santiago is gelopen, brengt het zoontje fruit, brood en drinken voor mij. Ondertussen hoor ik het levensverhaal van vader. Na een half uur vertrek ik met een hoofd vol gedachten. Op de brug kijk ik om en zie ze mij nazwaaien. Ik zwaai terug en ga het pad langs het kanaal weer op en volg het tot ik in Vitry-le-François ben. Eerst passeer een paar mannen en maak een praatje. Ik vraag naar de camping en hoor dat deze dit hele jaar gesloten is wegens verbouwing. Ik loop de stad in en zoek naar de pelgrimsonderkomen. Dat is gesloten en blijft het ook. Ik zie sapeurs (brandweer) lopen in ceremonieel tenue. Vandaag is bevrijdingsdag in Frankrijk en ze hebben aan het defilé meegedaan. Ik vraag ze of ze een slaapplek weten. Ze gaan bellen zonder resultaat. Verderop in de straat is een bureau van de Gendarmerie. Daar ga ik informeren. Na wat collegiaal overleg word ik naar het presbytère gestuurd. Dat is pas om 17.00 uur open. Ik heb twee uur de tijd om op een terras wat te drinken en mijn verhaal te schrijven. Als ik na 17.00 uur op de bel van het presbytère druk verschijnt een pater die me vertelt dat ik daar niet kan slapen. Hij biedt aan me naar een hotel te brengen en even later zit ik bij hem in de auto. Ik neem een kamer in hotel Bon Sejour. Nadat ik me heb opgefrist loop ik de stad in om wat te eten. Daarna is het bedtijd.