Melaune – Gröditz

Wanneer ik ontwaak schijnt de opkomende zon al door het raam. Ik maak me klaar en om 8.00 uur loop ik naar de woning. Frau König (Karin) staat me al op te wachten. Ze brengt me naar de eetkeuken in het sousterrain. Daar staat de tafel al gedekt voor 3 personen. Buiten Karin en ik schuift ook de vrouw van de beveiliging aan. Ze blijkt Navo-transporten naar Polen te begeleiden. Na het ontbijt maak ik een lunchpakket en reken af met Karin. Ik vertrek om ca 8.45 uur. Onder een strak blauwe lucht wordt het 19 graden.

Ik loop langs de kerk van Melaune en volg dan een landweg waarlangs meerdere grote windmolens staan. Ik kom uit in Tetta, een klein gehucht. Ik pauzeer even en loop dan door naar Buchholz dat 1 km verder ligt. Op vallend zijn de vijvers in het dorp. Ik lees op een bord dat deze zijn ontstaan door het graven van leemputten. Ik loop het dorp uit en volg een pad met aan beide zijden bomen. Het pad komt uit op de weg naar Weissenberg. Als ik de stad in loop, passeer ik een Russisch begraafplaats. Ik kan het Russisch niet lezen en vraag me af wanneer en waarom.

Ik ga de stad verder in en kom op een plein waarop een gemeentehuis. Ik had gehoopt op een terras maar dat is er niet te vinden. Ik ga vervolgens bij de Evangelische kerk kijken. Op de begraafplaats zie ik een bank staan en ga er zitten. Ik besluit er mijn boterham op te eten. Daarna loop ik terug naar het plein en maak een schetsje van de toren van het Rathaus. Vervolgens ga ik naar het station dat aan de voet van de stad ligt. Ik vind een terras en bestel wat te drinken. Daarna loop ik over het tracé van de opgeheven spoorlijn.

Vanaf een spoorbrug daal ik af naar het riviertje Löbauer Wasser en loop op de oever verder. Af en toe zijn de hellingen zo steil dat er nauwelijks plaats is voor een pad. Na verloop van tijd zie ik hoog op de oever het slot staan waar ik heen moet. Ik volg de oever verder om vervolgens met een grote bocht in Gröditz bij het slot aan te komen. Er zijn mensen bezig met tuinonderhoud omdat het de dag is van de “Arbeitseinsetz” d.w.z. vrijwilligerswerk doen. Naast het slot is in een bijgebouw het pelgrimsonderkomen.

Een vrouw wijst me de kamer en de douche. Tegen etenstijd gaan alle menen rond de tafel zitten. Ik schuif ook aan. Ook de eigenaar van het kasteel is er bij. Hij woont in Zwitserland maar is regelmatig in Gröditz. Na het eten wordt er een film vertoond over het 800 jarig bestaan van de plaats. Over 20.00 uur is het afgelopen. Ik betaal het pelgimsverblijf en ga dan naar mijn kamer.