Rustdag in Neuchâtel

Het weer is omgeslagen. Het heeft vannacht geregend en dat doet het nog licht als ik mijn tent uit kruip. Ik wil vandaag wat gaan zien van Neuchâtel. Ik pak de bus naar het centrum. Daar ga ik eerst in een koffiebar ontbijten. Dan loop ik wat rond om de stad te leren kennen.DSC_5775 Vervolgens zoek ik het VVV op en vraag om informatie met name over de Hugenoten. Ik ben de enige klant dus gaat het voltallige personeel, drie man sterk, op zoek. Ik krijg een gidsje waarin iets staat over Collégiale kerk, de Temple du Bas en het Chateau. Ik ga via de mooie kade langs het meer richting de Collegiale kerk en het Chateau. Deze liggen naast elkaar op het hoogste punt van de stad. Als ik boven ben druppelt er wat regen. Ik ga de kerk in en ben verrast. Er is het nodige over de Reformatie en de Hugenotentijd te vinden. Het was Guillaume Farel die in 1530 Neuchâtel over haalde naar het protestantisme. Er staat voor de kerk een standbeeld van hem en in de kerk is een herdenkingsplaquette aangebracht. De adellijke familie die het kasteel bewoonden waren er ook voor en zorgden ervoor dat de hele regio protestant werd. Eén prinses bleef katholiek. Zij mocht niet meer naar de Collegiale kerk en had genoegen te nemen met de slotkapel. Door de opheffing van het Edict van Nantes was de toestroom van Hugenoten zodanig groot dat de Temple du Bas beneden in de stad werd gebouwd. Helaas is deze gesloten en kan ik enkel de buitenkant zien. Ik ben afgedaald naar het centrum voor de lunch. Daarna ga ik weer naar boven om het Chateau te bezoeken. Het oudste deel stamt uit de 12e eeuw. De vrouwelijke gids spreekt Frans en Duits. Het kasteel is thans zetel van het bestuur van het kanton Neuenburg waar Neuchâtel de hoofdstad van is. In de “standenzaal” werd recht gesproken. DSC_5812Op de wanden zijn de wapens van alle adellijke familieleden weergegeven. Te zien is dat vanaf 1530 men het wapen voorzag van een Hugenotenkruis om aan te geven dat en protestant was. Praktisch de hele18e eeuw waren de Pruisen aan het bewind. Men zag dat als een manier om vooral niet bij Fransen terecht te komen. We lopen vervolgens door de vele zalen. Er is veel ver- en gebouwd aan het kasteel, vooral door Phillip de Hochberg. Tot slot komen we in de parlementszaal. Deze ziet er uit als een gemeenteraadszaal zoals wij die kennen. Ik vraag aan de gids wat de bijdrage is geweest van het district aan de opvang van Hugenoten. Het antwoord is ontnuchterend. Ze mochten zich niet in de stad vestigen. Dat hield in dat ze in de bergen moesten blijven waar niets was dan bos. Pas onder de Pruisen werden ze in de stad toegelaten omdat de economie groeide en ze nodig waren. Na een uur is de tour afgelopen. Ik loop naar beneden de stad in, doe wat boodschappen en ga met de tram terug naar de camping. Ik ben blij dat ik deze dag heb genomen. Op de camping maak ik een maaltijd warm. Ik schrijf mijn verslag en lees wat en kijk even naar de route van morgen.

Klik hier voor de foto’s