Sutri – Campagnano di Roma

Als ik de bar uit kom waar ik mijn gebruikelijke ontbijt heb gehad, kom ik John Noël tegen. Hij loopt de verkeerde kant op. Als ik hem dat duidelijk heb gemaakt gaan we samen in de goede richting de stad uit. Cedric waarmee ik de kamer heb gedeeld, zie ik niet meer. We passeren het archeologisch museum met Etruskische opgravingen en de testen van een Romeins amfitheater. Ik zou het graag bezoeken maar nu niet. Ik maak een foto van de Etruskische graven die uit de tufsteen zijn gehakt. Na een stukje langs de weg lopen we de hazelnootplantages weer in. Ondertussen vertelt John Noël e.e.a. over heiligen die aangeroepen worden bij ziektes. Hij is toch de huisarts. Hij is behoorlijk erudiet. Hij loopt voor me uit als ik even stop om een foto te maken of te appen. Bij een bar in Monterosi drinken we samen koffie. Hij vertrekt als ik nog wat koop voor de lunch. Bij het verlaten van de stad kom ik een Frans gezin met met 3 kleine kinderen van 6, 5 en 1 jaar op weg naar Rome. Ze slapen in een tent. Ik maak een foto. Bij een splitsing van de route kan gekozen worden tussen een korte variant langs de drukke snelweg of de landelijke variant die 4 kilometer langer is. Ik kies de laatste. Als ik vervolgens bij een kruispunt kom, kies ik de verkeerde weg. Gevolg is dat ik een stuk van de afstand als een soort cross-country door de velden loop. Ik passeer een privéterrein en wordt door 5 blaffende honden bedreigd. Ik praat tegen ze terwijl ze blijven blaffen. Nadat ik het terrein heb verlaten druipen ze af. Tenslotte vind ik de route terug dankzij mijn gps. Bij een villadorp ga ik in de berm zitten om te lunchen. Daarna is het niet ver meer naar Campagnano di Roma. De beschikbare ostello ligt buiten het centrum. Ik kijk op booking en vind een adres in het centrum. Als ik er heen loop kom ik John Noël tegen. Hij heeft nog geen slaapplaats. Ik neem hem mee naar het adres dat ik heb gereserveerd. De mevrouw die ons ontvangt is meteen akkoord dat John Noël er ook blijft slapen. Na een douche en een dutje ga ik de stad in. Bij een bar ontmoet ik een kunstenaar. Origine is Engels maar hij woont al 50 jaar in Italië. Het is Gordon Fagetter en ik krijg zijn kaartje. Hij geeft schilderles en hij zegt hij grote opdrachten heeft. Als ik vervolgens terugloop, kom ik Cedric en John Noël weer tegen. Cedric komt net aan. Hij heeft onderweg een uur onder een boom liggen slapen. Terwijl hij een onderkomen gaat zoeken, ga ik op een bank zitten schrijven. Plotseling zie ik het Franse gezin voorbij lopen. Ik ga naar ze toe en vraag hoe het is gegaan. Het was zwaar en de kinderen hebben ze een tijd moeten dragen. Als ze erom vragen maak ik een foto van ze. De dame van ons verblijf beveelt een restaurant aan. Samen met John Noël ga ik daar eten. Het is 21.30 uur als we klaar zijn en naar de kamer gaan.